Hulp bij een lastige klas

Goede reden

Het afgelopen jaar heb ik zo’n 20 klassen geholpen waar het niet zo prettig verliep in de klas. Ik deed dat samen met mijn collega Aline Boomers van onze jeugdpraktijk. Iemand die hoorde wat we deden zei: Het lijkt wel of jullie een toverstokje hebben. Wat ons toverstokje doet? Het verandert je blik op de kinderen. Zonder het toverstokje denken wij, ‘wat een lastige groep.’ ‘Wat een irritante leerling, dat meisje zeurt, dat kind doet lollig ten koste van een ander, o dat is echt meidenvenijn of dat groepje jongens pest anderen en vertoont haantjesgedrag.’ Allemaal oordelen over de kinderen.

Wat dat toverstokje doet? Het laat je anders kijken naar al die kinderen. We vragen ons in alle nieuwsgierigheid af wat er schuilgaat onder het soms lastig ervaren gedrag van deze leerling. Wat zou de goede reden zijn dat dit kind dit gedrag vertoont? Alles wat je doet heeft namelijk altijd een goede reden. Al kies je soms een rare strategie om die goede reden te laten merken aan anderen. Toch ligt er een legitieme behoefte verborgen onder elk gedrag? Ik zal een paar verhalen vertellen van wat die andere manier van kijken voor effect had op onze gesprekken met deze leerlingen.

Ik stapte binnen in een school waar groep 5 en 6 nogal druk is en de leerkracht er veel energie in steekt om de rust en vrede te bewaren. Sommige kinderen praten door de klas, vaak maken ze ruzie op het plein of vertellen na elke pauze over alles wat ze niet fijn vonden aan de leerkracht. Dat vraagt natuurlijk veel van de leerkracht. Na een observatie nemen we de sfeermeter af. De kinderen geven daarin zelf aan wat ze van de sfeer in de groep vinden en ook wat ze denken dat er moet veranderen om de sfeer te verbeteren. Dit is het uitgangspunt voor ons gesprek met de groep. Uit alle ideeën van de kinderen over hoe het beter kan kiest de klas dan één idee. De klas waar ik samen met de leerkracht mee sprak koos ervoor dat ze geen ruzie meer willen maken met elkaar.

Wijsheid uit de groep

In het gesprek met de groep vragen we naar de goeie reden om ruzie te maken. Na enige verbazing over deze vraag komen ze los. ‘Nou als iemand niet naar me wil luisteren, dan word ik boos.’ ‘Ik maak ruzie als iemand het alsmaar niet met mij eens is.’ ‘Als iemand zich met mij bemoeit terwijl ik dat even niet wil.’ Een van de leerlingen steekt zijn vinger op en doet het mij haarfijn uit de doeken. ‘Nou kijk’, zegt hij ‘eerst praten we met elkaar, dan gaan we discussiëren en dan worden we boos en dan gaan we vechten.’ ‘Wanneer kan het nog goed gaan, en wat moet je dan doen’ vraag ik? Aan het begin van de discussie moet je even een time-out aanvragen bedenkt hij. De klas reageert enthousiast. ‘Ja’ zegt een, ‘en daarna kun je dan een time-in aanvragen. Dat je dan weer meedoet.’ Een superidee.

Als de kinderen alle goede redenen hebben genoemd gaan we aan de slag met een regel waarmee we de komende zes weken gaan oefenen. Omdat de regel altijd positief geformuleerd moet worden bedenken we de regel: We doen rustig. Om de regel heen beschrijven we alles wat kan helpen om rustig te blijven. Dat is makkelijker als je de goede reden kent van je boosheid en onrust. De kinderen bedenken: naar elkaar luisteren, elkaar laten uitspreken, respecteren als iemand even met rust gelaten wil worden, een time-out vragen als je in een gesprek begint met discussiëren en een time-in als je weer mee wil doen.

Wat een wijsheid komt er uit de groep!

grafiek

Zichtbaar in de klas.

De leerkracht maakt een prachtige poster met de regel erop en ze spreekt af om drie keer per week te gaan oefenen. Ze tellen dan hoeveel kinderen rustig zijn geweest tijdens het buiten spelen of de gymles. Dat wordt bijgehouden in een grafiek. Na drie weken kom ik weer om te zien hoe het gaat. Alles is precies bijgehouden. Als ik in gesprek ga met de groep vertellen ze enthousiast hoe goed het is gegaan. Hoe vaak het is gelukt om iets toe te passen van de poster en dat het ze blij maakt omdat het nu veel gezelliger is op het plein en in de klas. Het time-out teken schijnt bijzonder goed te werken. ‘Ons geheime teken’ glundert een van de leerlingen. Ook de leerkracht kijkt trost naar haar klas. Wat een groei hebben ze in die paar weken doorgemaakt.

Het toverstokje, dat maakt dat we luisteren naar de goede redenen van kinderen en niet oordelen, heeft gewerkt. Ik gebruik dat stokje ook bij gesprekken met individuele leerlingen uit de groepen. Zij krijgen dan een individueel plan naast het groepsplan.

Een individueel plan

Een voorbeeld van zo’n plannetje gemaakt op een andere school:

Ik ga samen met de leerkracht in gesprek met 3 leerlingen die veel praten met elkaar in de klas, ook al zitten ze ver uit elkaar. Dat geeft natuurlijk onrust en voor de leerkracht en de andere kinderen is dat irritant. In een gesprek vraag ik de leerlingen wat de goede reden is dat zij dat doen. ‘Nou’, zeggen ze, ‘we willen graag samenwerken, maar meester zegt alleen iets als we het niet goed doen, ook al doen we nog zo ons best.’ ‘En nu mogen we niet meer samen in een groepje werken en dat vinden we stom’. De jongens zijn dus boos en dat laten ze merken door dit gedrag. Ze geven ook duidelijk aan wat hun behoefte is, positieve waardering en samenwerken. Ik vraag: ‘Dus je wilt graag samenwerken met je vrienden en je wil graag waardering als jullie samen goed werken?’ Ze knikken. Dan bedenken ze het volgende plannetje. We gaan de komende 3 weken samen in een groepje werken bij wereldoriëntatie. We vragen of meester dan goed wil kijken wat er allemaal goed gaat in ons groepje en dat hij dat dan tegen ons gaat zeggen. En als hij vindt dat we het drie weken goed gedaan hebben mogen we een beloning. ‘Goed plan zeg ik.’ ‘Wat zouden jullie graag willen als beloning?’ Ze denken even na en zeggen dan ‘Een keer pim-pam-petten in de pauze met z’n drietjes.’ Ik roep, ‘wauw wat een mooie beloning, Het mocht natuurlijk van meester! Het samenwerken lukte goed en de sfeer was er beter door geworden. De kinderen hadden het plan zelf bedacht en wisten wat ze konden doen om het te laten slagen.

Uitgangspunten van deze trajecten:

  • Echt luisteren naar kinderen, zonder oordeel. (gebaseerd op Geweldloze Communicatie).
  • We kijken naar de goede reden van het gedrag van de kinderen.
  • We besteden aandacht aan het gevoel en de behoefte van alle kinderen.
  • Kinderen bedenken zelf oplossingen.
  • We ondersteunen met het uitvoeren daarvan.
  • Kinderen zijn zich ervan bewust dat ze altijd een keuze hebben
  • We focussen op wat wel lukt en niet op wat niet lukt
  • De echte beloning is de verbeterde fijnere sfeer. We vragen dus steeds naar het effect van de nieuwe aanpak.

Meer informatie

Wil je meer weten over verbindend communiceren en oordeelloos luisteren naar kinderen? Neem contact op met Elly van Wageningen via 06 82 61 06 73 of elly.vanwageningen@ijsselgroep.nl of met Aline Bomers via 06 51 99 25 77 of aline.bomers@ijsselgroep.nl