Gedragswetenschapper als ‘critical friend’ versterkt onderwijs

Essentius is de overkoepelende stichting voor negen katholieke basisscholen gevestigd in de gemeenten Oude IJsselstreek en Aalten. Met 160 personeelsleden wordt het onderwijs aan ruim 1300 leerlingen verzorgd.

Essentius

Stichting Essentius en IJsselgroep Psychologische Dienstverlening werken inmiddels dertien jaar samen. Gedragswetenschapper passend onderwijs Siska van der Steege van PDIJ spreekt intern begeleider en bovenschools ondersteuningscoördinator Kitty Teunissen en directeur bestuurder Albert Sluiter van Essentius over de rol van externe gedragswetenschappers binnen hun scholen.

Sparringpartner

Teunissen vertelt dat ze dankzij de kritische blik en ideeën van de externe gedragswetenschapper buiten de gebaande paden kan denken. “Jullie zijn echt een sparringpartner en houden ons een spiegel voor. Zo van: je doet het al jaren op deze manier, maar misschien moet je eens ‘out of the box’ denken. Mijn ervaring is dat we nog harder proberen om leerlingen bij ons te laten slagen door de kritische vragen die worden gesteld.” In lijn met de handelingsgerichte en oplossingsgerichte werkwijze van PDIJ, wordt zeker ook benoemd wat, vergeleken met andere plekken, juist sterk is. Sluiter: “Bevestigd krijgen wat we goed doen geeft energie en stimuleert ons daar nog meer van te doen”.

‘Gedragswetenschappers houden een spiegel voor’

Anders kijken

Recent besprak Teunissen nog een leerling die buiten de boot dreigde te vallen en waar de overstap naar speciaal onderwijs een reële optie leek. Zowel de ouders als de leerkrachten zagen op dat moment niet meer hoe zij deze leerling binnen het reguliere onderwijs verder konden helpen. In december werd in het overleg met onder meer een gedragswetenschapper van PDIJ gezocht naar mogelijke handelingsgerichte aanpassingen en  talenten van de leerling. Begin dit jaar zijn verschillende van deze interventies uitgevoerd. “En dat heeft zoveel positiviteit gebracht! Vooral voor de leerkracht, maar ook bij de groep en ouders. Dan denk je: we kunnen die omslag dus toch maken.”

Brede blik

PDIJ ondersteunt scholen onder meer middels coaching van IB’ers bij handelingsgerichte diagnostiek, participeren in kern- en ondersteuningsteams, workshops, ouderavonden en het voeren van overleg met de gemeente. De gedragswetenschappers van PDIJ hebben vrijwel allemaal een achtergrond in zowel de (GGZ-)zorg als het onderwijs en werken binnen een netwerk van maatschappelijk werkers, jeugdhulp, wijk- en overlegteams, specialistische collega’s (o.a. dyslexiezorg) en zorgverleners in de regio. Deze combinatie zorgt volgens Sluiter voor een brede en verrijkende blik op het onderwijs. “Hoe breder de scoop die wij hebben op de ontwikkeling van een kind, hoe beter dat voor een kind is. Het begint met goed signaleren en analyseren. PDIJ is een mobiel expertisecentrum met een enorme bulk aan ervaring en eigen netwerken. Jullie zijn bekend met allerlei zorgaanbieders en brengen op deze manier de buitenwereld naar binnen toe. Daar worden wij als organisatie alleen maar sterker van. De complexiteit van ondersteuningsvragen is alleen maar groter geworden in de loop der jaren, maar we worden steeds handiger en slimmer in het bieden van onderwijs aan kinderen met deze complexe vragen. We merken dat we zelf meer zien en daardoor ook veel betere vragen kunnen stellen.”

Gesprekspartner voor ouders

Teunissen benadrukt de meerwaarde van kennis op gebied van leren en gedrag en het hebben van goede gesprekstechnieken. Ze ervaart dat een externe gedragswetenschapper een fijne gesprekspartner is voor ouders. “Zij gaan door hun afstand tot de casus meer boven de situatie hangen en stellen heel kritische vragen. Ze gaan daarin vaak dichter bij ouders staan dan wij dat als school misschien zouden doen. Wanneer ouders onzeker zijn over de aanpak van school, voelen ze zich gesteund door de kritische blik van de externe gedragswetenschapper. De specialistische kennis helpt ook bij het bepalen van de grens tussen onderwijs en GGZ-zorg. “Jullie weten wat hoort bij passend onderwijs en wat bij jeugdzorg, welke route we moeten bewandelen. En jullie letten ook op dat we niet doorslaan ten aanzien van het binnenhalen van zorg binnen het passend onderwijs.” In uitzonderlijke gevallen lukt het niet om een leerling te behouden voor het regulier onderwijs, maar ook dan is het volgens Teunissen prettig om de bevestiging van een externe deskundige te krijgen: dat er een grens zit aan de mogelijkheden. “Dat je weet dat je er alles aan hebt gedaan, alle mogelijke interventies, maar dat het tóch niet haalbaar is.”

‘Mobiel expertisecentrum met een bulk aan ervaring en eigen netwerk’

Externe oplossing

Is het niet veel praktischer en wellicht goedkoper om een gedragsdeskundige binnen de organisatie aan te stellen? Sluiter is stellig in zijn keuze dit niet te doen: “Nee, met iemand intern haal je minder de buitenwereld naar binnen. Dan heb je iemand die zich volledig richt op het onderwijs en zich beperkt ontwikkelt omdat er geen netwerkbetrokkenheid is. En als diegene omvalt heb je niks meer. Er is bovendien nog het gevaar dat diegene gaat adviseren wat zij denkt dat Albert of Kitty wil horen. “Ik ben bang voor een kokervisie. We vinden het belangrijk dat onze tegenkracht georganiseerd wordt. We kunnen navelstaren, maar willen liever ook die andere visie horen om scherp te blijven” vertelt Sluiter. Continuïteit is voor Sluiter en Teunissen heel belangrijk. Ze kiezen daarom niet voor incidentele inzet van deskundigen, maar voor een structurele samenwerking met vertrouwde gezichten die waar nodig en gewenst flexibel inzetbaar zijn: “IJsselgroep ervaren wij als een organisatie die niet enkel adviseert maar ook met ons mee leert”.

Sluiter noemt de opstart van een ‘peergroep’ voor hoogbegaafden als voorbeeld van de meerwaarde van externe ogen die objectief meekijken met de organisatie. In eerste instantie stond hij daar helemaal niet achter. “Maar door goede inhoudelijke gesprekken hebben we daar toch voor gekozen. Ik werd verrast door de reacties. De kinderen zeiden ‘dank je wel’ toen ik een kijkje ging nemen, toen dacht ik ‘oeps, dit had ik dus eerder moeten doen’. Dat ontroert je!“

Albert Sluiter ‘We blijven leren, dat is ontzettend belangrijk’, Albert Sluiter

Aansluiten op visie

Het is voor Essentius belangrijk dat de externe gedragswetenschappers zich scharen achter de missie en visie van de organisatie. “Zij moeten ook geloven in de manier waarop we de leerlingen ondersteunen en goed onderwijs willen aanbieden. Uiteindelijk moeten wij het doen. Een gedragswetenschapper kan souffleren vanaf de zijkant, tips en adviezen geven, maar moet ook het vertrouwen hebben dat het bij ons in goede handen is”. .” Op bestuursniveau vindt jaarlijks een evaluatie van de samenwerking plaats. “Dan sparren we over zaken die aandacht behoeven, wat er goed gaat, wat er beter kan. En dat pakken we dan weer op”, aldus Sluiter. Teunissen vult aan: “De vertrouwensband en communicatie is daarbij belangrijk. Als ik kijk naar de kernteams waar soms harde noten worden gekraakt en je zou geen goede werkrelatie hebben, dan kun je je snel aan- of afgevallen voelen. We moeten elkaar durven aanspreken als iets niet handig ging of niet de juiste vragen zijn gesteld. Ik heb het idee dat dit van beide kanten gezegd kan worden. Onze IB’ers zijn enorm gegroeid door de coaching en feedback. Waar jullie tien jaar geleden nog aandacht aan moesten besteden, hoeft dat nu niet meer.”

Een stapje verder

Sluiter vindt het belangrijk dat Essentius en PDIJ elkaar blijven uitdagen om weer een stapje verder te zetten. Hij besluit: “We blijven samen leren, dat is ontzettend belangrijk. Kinderen hebben daar recht op. Ze ontwikkelen zich maar één keer en daar mogen wij een actieve bijdrage aan leveren.”

 


Interview: Siska van der Steege, gz-psycholoog/orthopedagoog Psychologische Dienstverlening IJsselrgoep
Tekst: Claudia van Bree