Angst bij kinderen in Corona-tijd: 5 tips

Angst bij kinderen in tijden van Corona

In deze Corona-periode is veel onzeker. Helpen de maatregelen voldoende? Blijven de scholen open? Wanneer mogen we weer naar familie? Hoe gaat het met de feestdagen? Wanneer mogen we weer op vakantie? Geen eenvoudige vragen. Maar hoe gaan kinderen hiermee om? En wat als je kind een angststoornis heeft of zich snel zorgen maakt; wat moet je dan doen? Als ouders of misschien wel als leerkracht kan je kinderen hiermee helpen. De orthopedagogen van IJsselgroep geven vijf tips hoe je kunt omgaan met angst (voor Corona) bij kinderen.

1. Praat erover

Misschien wel één van de belangrijkste tips voor angst bij kinderen. Soms lijkt het alsof je kinderen ergens beter niet mee kunt belasten, maar als kinderen de ruimte voelen om vragen te stellen en erover te praten met een volwassene, dan zal dit zorgen voor minder piekeren en minder angst. Wat betreft het Corona-virus kan je kort en helder uitleggen wat het is. Je kunt ook samen een filmpje kijken, bijvoorbeeld deze: https://youtu.be/WoljlIMRtbM

2. Blijf eerlijk en neem de angst serieus

Probeer niet direct te zeggen dat je kind niet bang hoeft te zijn. Stel hem of haar gerust en achterhaal waar je kind precies bang voor is en praat er samen over. Je kunt bijvoorbeeld aangeven dat het Coronavirus een beetje lijkt op het griepvirus. Sommige mensen kunnen er heel erg ziek van worden en moeten naar het ziekenhuis, andere mensen zijn alleen wat verkouden en hebben milde klachten. Laat ook zien wat je zelf allemaal doet om Corona te bestrijden, zoals handen wassen, misschien wel een mondkapje dragen, afstand houden (gebruik hiervoor bijvoorbeeld hoepels).

3. Beperk de piekermomenten

Dit is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan, maar kan wel heel goed werken voor angstige kinderen. Neem bijvoorbeeld een kwartier per dag waarin je kind zijn of haar zorgen mag vertellen. Teken ze uit, praat erover of schrijf ze op. Als het kwartiertje om is, stop je alle piekerpapiertjes in een doosje en sluit je het samen af. Ook kan je er kleine propjes van maken en deze ergens opplakken, bijvoorbeeld op een kleurplaat.

4. Zoek afleiding

Wanneer je merkt dat je kind na een piekerkwartiertje of een gesprek nog steeds angstig blijft, kan afleiding ook helpen. Zoek iets uit waar je kind energie van krijgt, zodat hij of zij even niet te veel hoeft na te denken. Bijvoorbeeld, koken, voetballen, knutselen, een spelletje of een filmpje kijken.

5. Schrijf helpende gedachten op

Bedenk welke gedachten van je kind niet zo helpend zijn (bijvoorbeeld “we mogen niks meer, straks worden we allemaal ziek, het is niet leuk”). En bedenk hiervoor in de plaats helpende gedachten (bijvoorbeeld “we mogen wel lekker….(in de speeltuin spelen, binnen knutselen, spelletjes doen, filmpje kijken, vul in…), als we goed onze handen wassen en afstand houden, worden er minder mensen ziek, we zijn nu allemaal nog gezond of we kunnen wel gezellig met elkaar (video)bellen”. Schrijf de helpende gedachten allemaal op een poster en hang deze samen op.

Wat als de angst niet over gaat?

Misschien gaat de angst niet over of wordt het alleen maar erger. Vraag dan gerust om hulp, zeker als je ziet dat de angst je kind belemmert. Als je meer wil weten over angstklachten en mogelijke oplossingsrichtingen voor kinderen en jongeren, neem dan contact op met Lotte Heuff of Josanne Hopster, orthopedagogen van IJsselgroep via josanne.hopster@ijsselgroep.nl of lotte.heuff@ijsselgroep.nl