Toetsen of niet toetsen, dat is een vraag...

Regelmatig krijgen onze adviseurs vragen van scholen die direct de kern raken. In de rubriek Interessante vragen’ delen we deze vragen en natuurlijk ook onze visie. De volgende vraag staat nu centraal: “Doen we nu in juni nog een keer de middentoets (M) of toch de eindtoets (E)?“.

“Doen we nu in juni nog een keer de middentoets (M) of toch de eindtoets (E)?“: deze vraag kreeg ik van een collega, die de vraag al van tenminste 3 scholen had gehad vertelde ze. Het antwoord op deze vraag is heel erg eenvoudig. En tegelijkertijd heel ingewikkeld. Dat antwoord luidt namelijk: dat moet u helemaal zelf weten! En het is trouwens geen domme vraag, maar misschien wel de verkeerde vraag. Ik zal proberen uit te leggen waarom.

Opvatting over toetsen

Dat antwoord is geen poging mij er met een Jantje van Leiden (weet u trouwens wie dat was?) af te maken. En ik snap dat u dat ook wel snapt. Waarom dan toch dit antwoord? Ik zal er wat uitgebreider op in gaan. Ik hoop dat het antwoord niet leidt tot een werkwijze voor deze ene keer maar dat het ook uw opvatting over toetsen een beetje beïnvloedt.

Waarom toetsen we eigenlijk?

Een mooie toetsvraag voor het onderwijs. Het antwoord op die vraag zou bij iedereen in het onderwijs geautomatiseerd moeten zijn. Er is een gemakkelijk en verhelderend filmpje te zien op de site van CITO. We doen dat niet voor de inspectie. We doen het wel om de vorderingen van de kinderen te meten (1) en om te kijken hoe kinderen er t.o.v. hun leeftijdgenoten voor staan (2).

Thermometer van de kwaliteit van onderwijs’

In de cursussen opbrengstbewust werken die IJsselgroep geeft, hebben we het over ‘de thermometer van de kwaliteit van onderwijs’. Toetsen doen we om te kijken of, en in welke mate, de leerlingen hebben geprofiteerd van het onderwijs. Niet om de kinderen te beoordelen. Maar om ons onderwijs te evalueren.

Je kunt de vorderingen van leerlingen alleen maar evalueren (Dat is: van een label voorzien, zoals: wij zijn ‘tevreden’ of ‘ontevreden’ over de vorderingen van deze klas als geheel of de vorderingen van deze individuele leerling). Je kunt alleen maar zeggen of deze leerling is geslaagd of niet is geslaagd, als we vooraf hebben vastgesteld, aan welke eisen de leerling of de groep moet voldoen. Welke criteria gelden er? Wat waren onze doelen?

Dus dringt zich meteen de vraag op: Wat waren de doelen? Hadden we doelen geformuleerd? Hebben we een systeem van opbrengstbewust werken in onze school dat ons helpt om het antwoord op deze vraag te geven? En zo ja, welke hulpmiddelen hebben we ervoor om vast te stellen of die doelen dan gehaald zijn? Hoe weten we of de kinderen (voldoende) hebben geprofiteerd van het onderwijs?

Ander onderwijs

We hebben van januari tot en met mei ‘anders’ onderwijs gegeven. De vraag is nu: In welke mate hebben de kinderen daarvan geprofiteerd? En de vraag die daaraan dus vooraf gaat: wat hadden we als doelen gesteld?

Ik denk dat de meeste scholen de doelen niet hebben veranderd toen ze aan leren op afstand begonnen. Sommige scholen hebben in januari doelen gesteld voor juni, andere niet. De scholen die geen doelen hebben gesteld voor juni houden impliciet de doelen van de CITO toets aan. Dat betekent: leerlingen moeten bij voorkeur tenminste een III scoren of tenminste het niveau dat ze de vorige keer ook hadden. 

Terug naar de vraag: Wel of niet toetsen en met de M- of de E- toets?

Het antwoord kan nog niet worden gegeven zonder een tweede vraag te onderzoeken, nl. wat gaan we doen met de resultaten? Als we een doel hadden en we stellen vast dat dat doel gehaald is of niet, dan zullen we daarna moeten kijken wat we gaan doen met leerlingen die dat doel niet hebben gehaald.

PDCA-cyclus

Toetsen zijn onderdeel van de PDCA cyclus: Plan-Do-Check-Act. Dus we stellen doelen (Plan), we geven het best denkbare onderwijs (Do) en we kijken of de kinderen hebben geprofiteerd (Check). En als dat niet of onvoldoende het geval blijkt gaan we zorgen dat dat alsnog lukt en passen we ons onderwijs (dat tot die doelen moest leiden) aan (Act1). Of als het wel gelukt is, nemen we de succesfactoren van ons succesvolle onderwijs op in ons handelingsrepertoire van de toekomst (Act2).

‘Check’ bestaat alleen in het licht van ‘Act’.  Het handelen heeft een verbinding met het toetsen. Toetsen en daarna gewoon doorgaan heeft niets met PDCA te maken, hoewel ik merk dat sommige mensen dat niet weten. Die denken dat toetsen afnemen per definitie een vorm van Check is. Misverstand!

CITO toetsen

Dan iets over de CITO toetsen. Die zijn nooit bedoeld geweest om op één moment af te nemen. Er bestaan eigenlijk helemaal geen M en E toetsen! Dat hebben wij er samen van gemaakt. Het is voor scholen handig om bij kinderen dezelfde toets af te nemen. De bedoeling is altijd geweest dat je de toets kiest, die het beste in kaart brengt welk niveau een leerling heeft. Dan zie je hoe die leerling zich verhoudt tot andere leerlingen op zijn leeftijd, en in het land. De vaardigheidsscores van een toets van de E of de M toets zijn vergelijkbaar, tenminste op hetzelfde vakgebied. En met uitzondering van de aansluiting met de kleuters. In het onderwijs zijn we het handig gaan vinden om bij alle kinderen dezelfde toets af te nemen. En als een kind op een toets heeeeel slecht scoort nemen we wel eens een gemakkelijker toets af. Al nemen we minder vaak een moeilijker toets af als een leerling het heeeeel goed heeft gedaan. Want dat is minder een ‘probleem’.

Antwoord

Nu hebben we dus het antwoord. Niets zo praktisch als een goede theorie! De vraag in Coronatijd is dus niet anders van de vraag buiten Coronatijd. We toetsen t.b.v. de voortgang, om te weten wat we de kinderen gaan leren. En om te weten of ons onderwijs succes heeft gehad. We moeten eerst weten waar de kinderen zijn. Hun huidige niveau in kaart brengen. Toetsen dus! Met methodetoetsen en met een CITO toets. Ik zou zeggen juist ook de dingen die we (nog) niet hebben aangeboden. Of waarvan we niet zeker weten of ze zijn geland. Misschien hebben kinderen wel iets geleerd zonder ons! Vooraf toetsen is sowieso een goed idee in het onderwijs. Iets wat (nog) veel te weinig wordt toegepast. Want door voor te toetsen kom je op het spoor van de dingen die de kinderen (nog) niet kunnen. De dingen die je aan de kinderen kunt leren dus. Op basis van de toetsen stel je een programma op waarmee je de kinderen datgene gaat leren wat ze nog niet onder de knie hebben, wat ze nog niet kunnen of weten.  En de dingen die ze al wel weten, die ga je vieren, bijhouden, toepassen. 

Al met al zijn we er nu dus uit:

  • Neem methodetoetsen af van waar je had willen zijn.
  • Stel een programma samen van de stof waar leerlingen lacunes vertonen
  • Stel een organisatiemodel op.
  • Neem gewoon de E toets van 2019-2020 af. En als je weet dat dat veel te moeilijk is pak je de M toets. Of de E toets van het jaar daarvoor. Want de vaardigheidsscores zijn vergelijkbaar.
  • Begin in 2020-2021 weer met voortoetsen met methodetoetsen
  • Trek er twee weken hard aan om kinderen weer in de leerstand te krijgen.

En misschien blijf je de toetsen daarna wel gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn:

  1. Om het onderwijs te evalueren
  2. Om de vorderingen van de kinderen t.o.v. zichzelf en de anderen te bekijken.

“Never waste a good crisis”!

Meer informatie

Heeft u vragen of wilt u meer weten over het toetsen in de Corona-periode? Neem dan contact op met Albert de Boer via albert.deboer@ijsselgroep.nl of 06 55 19 24 70 of met Peter Harkink peter.harkink@ijsselgroep.nl of 06 14 00 40 71