Zand en Zo - Alle eendjes...

Nog even en het is voorjaar. Daarom is het thema van deze Zand en Zo ‘Alle eendjes …’. Goed te koppelen aan buitenactiviteiten, prentenboeken en het sprookje ‘Het lelijke jonge eendje’. Al spelend komen de zintuigen, de motoriek maar ook de taal- en rekenontwikkeling aan de orde en doen kinderen handelend belangrijke ervaringen op. Laat je inspireren en ga aan de slag. 

Lente, eendjes en veel meer mooie dingen

In veel peuter en kleutergroepen staat in het voorjaar het thema ‘Lente’ centraal. Vaak komen dan de voorjaarsbloemen en jonge dieren aan de orde en wordt er veel geknipt, geplakt en geknutseld. Om het thema lente een andere inhoud te geven, is het thema ‘Alle eendjes……’ heel geschikt. Er zijn uitdagende (spel)activiteiten te organiseren zoals een uitstapje naar de sloot/vijver, een sloot/vijverhoek inrichten en spelen in de zandwaterhoek. Om kinderen mee te nemen in de wereld van groeien en bloeien in sloot en plas, zijn er prachtige natuurboeken te gebruiken en ook verschillende prentenboeken hebben hierover mooie verhalen en prenten. Het sprookje ‘Het lelijke jonge eendje’ is daar een mooi voorbeeld van. De zandwaterhoek kan daarbij dan ook als verteltafel dienen om het verhaal na te spelen. Dit kun je ook combineren met het thema ‘De boerderij’. Een beschrijving van zandwateractiviteiten over de boerderij is te vinden op de website van IJsselgroep/Het jonge kind/ De krachtige speelleeromgeving/ Zand en zo.

Thema: Alle eendjes …………….

 Eendjes 1  Eendjes 2

    

 Wat leren kinderen ervan?

  • Oriëntatie op jezelf en de wereld:
    • Kennisnemen van planten en dieren in de sloot/ vijver
  • Rekenen & Wiskunde:
    • Getalbegrip en bewerkingen:
      • Herkennen van groepjes zonder te tellen
      • herkennen van getalbeelden d.m.v. de dobbelsteenstructuur
      • splitsen en samenvoegen van hoeveelheden
    • Meten van tijd:
      • meten van tijd met (in)formele tijdmeters zoals een zandloper, een stopwatch, een klok
    • Meetkunde:
      • oriënteren in de ruimte: onderzoeken en vertellen over de plaats van voorwerpen in de ruimte
    • Verhoudingen en verbanden:
      • maken en gebruiken van staafgrafieken om hoeveelheden te vergelijken en te ordenen
  • Reken)woordenschat:
    • Nieuwe woorden gebruiken die passen bij het thema zoals de eenden, de kikkers, de vissen, de waterplanten, de sloot/de plas, vangen, scheppen, eruit halen
    • Rekentaal gebruiken zoals meer/minder/evenveel/de meeste/de minste, links/rechts, splitsen, grafiek, het snelste
  • Ontluikende en beginnende geletterdheid:
    • Aanvankelijk schrijven: schrijven vanuit een spontane spelling (invented spelling)

Wat heb je nodig?

  • Een (blauwe) zandbak of een wasmachinelekbak evt. bekleed met blauw plastic.
  • Plastic eenden evt. in meerdere kleuren, in het voorjaar vaak te koop bij de Action, speelgoedwinkel of op internet.
  • Plastic kikkers van diverse afmetingen, te koop bij een speelgoedwinkel of op internet.
  • Plastic vissen, te koop bij een speelgoedwinkel of op internet.
  • Visnetjes, te koop in het voorjaar o.a. bij de Action.
  • Groene (nep)struiken/planten om de sloot/vijver aan te kleden. Deze kunnen ook door de kinderen worden gemaakt.
  • Plastic waterlelies, te koop o.a. bij de Action, Intratuin of andere tuinwinkel.
  • Stenen voor in het water/ langs de waterkant.
  • Blauw plastic of (blauwe) wasbak/bak die kan worden gebruikt als vijver/sloot.

Wat kunnen kinderen ermee doen? Hoe kun je het spel stimuleren?

Cursief zijn de vragen die je hierbij kunt stellen.

  • Start met een gesprek over de sloot/de vijver. Een praatplaat op het digibord geeft al veel gesprekstof.
  • We gaan in de zandwatertafel een sloot/vijver maken waar verschillende dieren wonen. Hoe gaan we dat maken? Wat hebben we nodig? Waar beginnen we mee?
    Laat kinderen ontdekken dat het water voor de sloot/ vijver opgezogen wordt door het zand. Hoe zorgen we ervoor de het water niet verdwijnt?
  • Hoe gaan de we sloot ‘aankleden’/mooi maken? Welke planten/dieren hebben we nodig? Waar zetten we de planten/dieren neer?
  • Een foto maken van een opstelling met een aantal eenden/ kikkers/vissen in en om de sloot/vijver en dit door andere kinderen na laten maken. Op welke plaats staan de dieren, welk dier staat er links/rechts van/ dichtbij enz.
  • Natekenen van de opstelling en er woorden/teksten bij laten schrijven.
    Geef kinderen de ruimte om te ontdekken hoe je iets opschrijft door ze zelf het woord hardop te laten analyseren op klank.( invented spelling) Fout schrijven mag!
  • Naspelen van een verhaal/ boek over eenden/kikkers bv ‘Het lelijke jonge eendje’.

Rekenopdrachten in de sloot/vijver

  • Eenden vangen met een visnet met een blinddoek op. Een ander kind geeft aanwijzingen waar de eenden zich bevinden bv.naar links naar rechts, naar boven, naar beneden enz.
  • Een zandloper, keukenwekker of stopwatch aanzetten. Hoeveel dieren kun je vangen in deze tijd?
  • Met een plantenspuit of rietje de eenden naar de overkant spuiten/blazen en op een stopwatch/klok kijken hoelang dat duurt. Hoelang duurt het bij jou en bij je vriendje? Wie is het snelste?
  • Eenden/kikkers/vissen vangen met een visnet. Het aantal gevangen dieren wordt aangegeven met blokjes of in een stapelgrafiek. Hoe kun je zien wie de meeste dieren heeft gevangen?
  • Met een watervaste stift 6 eenden op de onderkant een cijfer geven van 1 t/m 6 en 6 eenden een dobbelsteenstructuur van 1 t/m 6. Handig hierbij is om verschillende kleuren eenden t gebruiken, zodat kinderen makkelijker kunnen zoeken via kleurherkenning. Het corresponderende eendje heeft een andere kleur.
    Vang/zoek de eenden die bij elkaar horen met een het zelfde cijfer en dobbelsteenfiguur. Je kunt hierbij de regels van memory toepassen.
  • Doe een aantal eenden bv 5 in een afwasbak. Hoeveel eenden zijn dit? Let erop dat kinderen de eenden niet één voor één gaan tellen. ( = synchroon tellen. Dit is nl het laagste niveau van tellen)
    Hoe ben je te weten gekomen dat het er zoveel zijn?
    Geef de kinderen een kaartje met een cijfer 5 of lager. Je mag net zoveel eenden vangen als op het kaartje staat. Hoeveel eenden heb je in het visnetje en hoeveel zitten er nog in de bak? Hoeveel eenden zaten er eerst in de bak?  Je hebt een groepje van 5 eendjes gesplitst in  een groepje van 2 en een groepje van 3. Als aanvulling kun je kinderen deze handeling laten tekenen  bv met rondjes.

 

Veel succes en plezier!
Hartelijke groet,

Jopie de Boer

Meer informatie

Heeft u vragen of wilt u in gesprek over spelend leren? Neem dan contact op met Rian Helmink via 06 - 23 25 26 75 of rian.helmink@ijsselgroep.nl

IJsselgroep verzorgt trainingen/workshops over ‘Doelgericht spelen in een rijke leeromgeving’.