Skip to main content

Taal en lezen

‘Focus op begrip: het roer om!’

‘Focus op begrip’ is een geïntegreerde aanpak die is gebaseerd op het boek ‘Rijke taal’ van Erna van Koeven en Anneke Smits. Focus op begrip werkt vanuit brede thema’s uit wereldoriëntatie die 6 tot 8 weken duren. IJsselgroep heeft hier ‘het roer’ bij ontwikkeld: een tool met 6 essentiële onderdelen voor effectief leesonderwijs.

Het roer om!

Bij het roer draait alles om Rijke Taal (de as). Vanuit daar zijn er zes vlakken die de kern van het taal- en leesonderwijs vormen: voorlezen, vrije keuze lezen, teksten lezen, praten, denken en schrijven. Deze onderdelen staan in verbinding met elkaar. Zo kun je voorlezen bijvoorbeeld mooi combineren met denken en praten over boeken. Thematisch onderwijs en wereldoriëntatie houden het roer bij elkaar.

Door het roer met de zes onderdelen structureel toe te passen, creëren we een omgeving waarin niet alleen de taal- en kennisontwikkeling, maar ook de leesmotivatie wordt gestimuleerd en versterkt. De verschillende onderdelen worden kort toegelicht.

Onderdelen van ‘het roer’

Rijke taal

Rijke taal draagt bij aan de taal-, lees- en kennisontwikkeling. Door in het onderwijs te werken met rijke thema’s, boeken en teksten leg je een goede basis voor het (lees)onderwijs. ‘Het Roer’ laat zien welke effectieve elementen nodig zijn:

Voorlezen

Voorlezen opent de wereld van taal. Door expressief en interactief voor te lezen maken kinderen spelenderwijs kennis met nieuwe woorden en zinnen. Herhaling en samen praten over verhalen versterken het taalbegrip en stimuleren actief taalgebruik. Slechts 15 minuten per dag leidt al tot duizenden nieuwe woorden per jaar, meer leesplezier en betere schoolprestaties.

Vrije keuze lezen

Vrije keuze lezen verrijkt taal en vergroot leesplezier. Als kinderen boeken lezen die passen bij hun leeftijd en interesses, verdiepen ze zich in taal, ook als het leesniveau uitdagend is. Boeken met rijke taal bevatten een gevarieerde woordenschat, complexe zinnen en diepgaande thema’s. Lezen binnen een serie of van dezelfde auteur helpt bij het herkennen van taalpatronen en het verdiepen in personages en verhaallijnen. Fictie nodigt uit om je in te leven in anderen en scherpt het taalgevoel. Leerkrachten en leesconsulenten van de bibliotheek spelen een sleutelrol in boekkeuze en leesbevordering. Ook ‘zwakkere’ lezers blijven in aanraking komen met rijke teksten, met ondersteuning zoals duo- of luisterlezen. Zo groeit bij alle leerlingen de woordenschat, leesvaardigheid en algemene kennis.

Teksten lezen (meer dan boeken)

Lezen met begrip groeit door veel te lezen in goede boeken én voorgelezen te worden uit authentieke teksten. Verschillende tekstgenres (en tekstvormen) verrijken de taalontwikkeling. Binnen een thema worden samenhangende sets van authentieke non-fictieteksten gebruikt. Deze 'echte' teksten, niet speciaal geschreven voor kinderen, verdiepen kennis en maken complexe inhoud toegankelijk zodat kinderen met de inhoud kunnen handelen en denken.

Denken

Denken is een essentieel onderdeel van rijk taalonderwijs. Door middel van wereldoriënterende inhouden – via teksten of andere taalbronnen – worden leerlingen uitgedaagd om dieper en verder te denken, hun eigen ideeën te ontwikkelen, te luisteren naar anderen en hun blik te verruimen. De dialoog speelt hierin een fundamentele rol, zowel tussen leerlingen onderling als tussen leerlingen en de leerkracht. Binnen taaldenkactiviteiten ontstaat ruimte om leerlingen zowel cognitief als affectief te betrekken bij de inhoud. Door onderwerpen vanuit verschillende invalshoeken te benaderen, kunnen kinderen samen onderzoeken wat ze al weten, welke kwesties hen intrigeren en welke échte vragen zij hebben (denk aan spelbehoeften, leesinteresse of persoonlijke verwondering). Zo trainen zij hun denkvaardigheid op een betekenisvolle manier. Een denk-taxonomie en thinking-tools helpen om denkprocessen zichtbaar en benoembaar te maken.

Praten

Leerlingen leren doelgericht gesprekken te voeren of praten om te leren helpt hen iets te weten willen komen (informeren), een bepaald gevoel willen ondergaan, lachen, genieten ontspannen (o.a. amuseren), zich een mening willen vormen of een standpunt innemen (overtuigen), een bepaalde handeling willen uitvoeren of een spel mee willen spelen (instrueren). Praten (en ook lezen) gaat altijd samen met denken. Het is van belang om leerlingen in diverse activiteiten uit te nodigen tot praten (en luisteren) -al dan niet met behulp van coöperatieve structuren- om onder andere te leren beurt te nemen, uit te wisselen, door te vragen en samen te vatten.

Schrijven

Schrijven als middel om te communiceren, gevoelens te uiten en grip te krijgen op de wereld. Het ondersteunt denken en leren, en iedereen kan het leren – mits goed begeleid. Schrijfvaardigheid ontwikkelt zich in samenhang met de andere taal- en denkvaardigheden. Een rijke inhoudelijke basis is essentieel: als leerlingen iets te vertellen hebben, hebben ze ook iets te schrijven.Schrijven krijgt betekenis wanneer het verbonden is aan thema’s, eigen ervaringen of andere inhouden die spelen in de groep. Vanuit betrokken vertellen bouwen leerlingen, met instructie en revisie, hun schrijfvaardigheid stap voor stap op.

Thematisch onderwijs

Goed ontworpen, betekenisvolle thema’s bieden mogelijkheden om wereldse kwesties spelend en onderzoekend aan te pakken. Aan een gezamenlijke inhoud leren kinderen de wereld om hen heen steeds beter begrijpen. Met het SLO-curriculum (inhoudslijnen) zorgen we zo voor een inhoudelijk beredeneerd aanbod. Het ontwerpen en opbouwen van spel en onderzoek rond een gespeelde praktijk, samen met de groep, nodigt professionals en hun kinderen uit om betekenis te verlenen aan het leren en het lezen, kritisch en nieuwsgierig te worden en te blijven, eigen ideeën te ontwikkelen, samen te werken en te denken over het leren zelf (metacognitie).

Download 'Het Roer'

IJsselgroep heeft bij Focus op begrip ‘het roer’ ontwikkeld: een tool met 6 essentiële onderdelen voor effectief leesonderwijs.

Voordelen

‘Focus op begrip: het roer om!’ levert het volgende op:

  • Het draagt bij aan de lees-, taal- en kennisontwikkeling
  • Resultaten technisch lezen en begrijpend lezen gaan omhoog
  • Meer leesmotivatie en leesplezier

Geïntegreerde aanpak op alle vier de ondersteuningsniveaus

Op het gebied van ‘Taal/lezen en dyslexie’ kun je rekenen op een integrale aanpak: de interventies op de verschillende ondersteuningsniveaus vullen elkaar aan en versterken elkaar. Je werkt op basis van een gedeelde visie en werkwijze: in de klas (niveau 1 en 2), buiten de klas (niveau 3) en tijdens de externe dyslexiezorg (niveau 4). Want ook in onze jeugdpraktijk staan rijke taal, (voor)lezen in de juiste boeken en leesplezier centraal. Onderwijs en zorg zijn in op een natuurlijke manier in verbinding. Dankzij deze geïntegreerde aanpak stromen er minder kinderen onnodig door naar de externe dyslexiezorg. En het is voor de kinderen die de dyslexiebehandeling hebben gehad, makkelijker om van het onderwijs te profiteren. Hierdoor behaal je met elkaar resultaat: eerder, beter en samen.