4 2 9 boordelen 1600x640

Begeleidings- Beoordelingstraject

Het begeleidings- beoordelingstraject heeft als doel leerkrachten/docenten die onvoldoende basisvaardigheden ten aanzien van het lesgeven tonen, weer tot functioneren te krijgen. Met een successcore van 80% heeft dit traject aangetoond dat middels het uitvoeren van onderstaande stappen een hoog percentage leerkrachten weer op de rit komt. Voor de overige 20% wordt het duidelijk waarin zij te kort schieten. Het geeft zo bestuur/directie en leerkracht zicht op de kennis en kunde van de leerkracht/docent en waar de ontwikkelingskansen zitten.

Opbouw

Het traject heeft een duidelijke opbouw waarbij de stappen nauwkeurig gevolgd dienen te worden. Tijdens de eerste bezoeken wordt gekeken waar er hiaten zitten in het leerkracht/docentgedrag op het gebied van het pedagogisch handelen, het didactisch handelen en organisatorische vaardigheden. Deze hiaten worden verwoord in een doelenlijst die de basis van de begeleiding vormt. De begeleiding vindt plaats in de vorm van acht onaangekondigde klassenbezoeken met nagesprek.

Het stuur

Tijdens de eerst vier klassenbezoeken zal de adviseur vrij sturend adviseren; het stuur wordt als het ware van de leerkracht/docent overgenomen. In de tussentijdse mondelinge evaluatie wordt besproken wat de effecten van de begeleiding zijn geweest en in hoeverre er sprake is van ontwikkeling. Dit kan een moment zijn waarop besloten wordt het traject af te breken als er te weinig ontwikkeling heeft plaatsgevonden. Is er wel voldoende ontwikkeling dan volgen nogmaals vier onaangekondigde bezoeken met nagesprek. Het stuur wordt dan weer overgegeven aan de leerkracht en deze zal meer vanuit eigen kracht zijn/haar ontwikkeling verder vormgeven.

Afronding

Het traject wordt afgerond met een schriftelijke eindrapportage waarin duidelijk wordt welke doelen bereikt zijn en in welke mate, en welke vervolgstappen eventueel nodig zijn. Deze rapportage wordt mondeling toegelicht in het eindgesprek.

Stappen in de procedure:

  • Gesprek met bestuur/directeur en leerkracht/docent:
    • kennis maken
    • werkrelatie leerkracht en adviseur verduidelijken
    • werkafspraken maken.

 

  • Twee van te voren afgesproken diagnosebezoeken om:
    • te bepalen doelen te inventariseren en deze
    • vast te leggen na overleg met de opdrachtgever (directeur /bestuur).
      In deze twee klassenbezoeken moet o.a. terug te zien zijn:
      • leswissel
      • gedifferentieerde instructie
      • gedifferentieerde verwerking
      • vormingsgebieden (creatief / bewegingsonderwijs)
      • vakgebieden
      • werken met strategieën
        Doelen worden vastgesteld op grond van:
      • leswissel
      • gedifferentieerde instructie
      • noodzaak tot verandering
      • wensen tot verandering.
        De doelenlijst zal bestaan uit maximaal vijftien enkelvoudige doelen.

 

  • Vier onaangekondigde bezoeken met feedbackgesprek (eventueel telefonisch):
    • adviseur vult naar aanleiding van de observatie de doelenlijst in; scoort +,  +/-, -
    • leerkracht vult doelenlijst in; scoort +, +/-, -
    • in gesprek toelichting naar elkaar toe
    • adviezen van de adviseur hoe score te verbeteren.

 

  • Mondelinge tussenevaluatie met bestuur/directeur en leerkracht/docent gericht op:
    • Resultaten tot dan toe
    • verloop proces
    • doelen
    • accenten vervolg.

 

  • Vier onaangekondigde bezoeken met feedbackgesprek (eventueel telefonisch):
    • adviseur vult naar aanleiding van de observatie de doelenlijst in; scoort +,  +/-, -
    • leerkracht vult doelenlijst in; scoort +, +/-, -
    • in gesprek toelichting naar elkaar toe
    • adviezen van de adviseur.

 

  • Schriftelijke eindrapportage met bestuur/directeur en leerkracht/docent. In het eindverslag van de adviseur is terug te vinden:
    • Resultaten; mate waarin doelen bereikt zijn
    • verloop proces
    • aandachtspunten voor de toekomst
    • noodzaak van verdere begeleiding
    • noodzaak vervolgstappen.

Planning

Het gehele traject neemt minimaal zes maanden tot een schooljaar in beslag. Minimaal zes maanden om de leerkracht de kans te geven het onderwijsgedrag te verbeteren en een jaar om ook consistentie in het onderwijsgedrag aan te tonen.

Bijdrage leerkracht:

De leerkracht moet instemmen met:

  • onaangekondigde klassenbezoeken
  • het op de hoogte houden van de adviseur van roosterwijzingen
  • telefonische nagesprekken
  • actief reflecteren op eigen handelen
  • actief zoeken naar handelingsalternatieven
  • experimenteren en toepassen van suggesties en adviezen
  • zelfbeoordeling met behulp van de doelen voorafgaand aan elk nagesprek.

Bij afbreken van het traject worden alleen de gemaakte interventies/uren in rekening gebracht.

Meer informatie

Wilt u meer weten over het begeleidings- beoordelingstraject? Neem dan contact op met Ellen de Haan via 06 24 91 23 71 of ellen.dehaan@ijsselgroep.nl